
Vandaag werd ik wakker en voelde ineens de eenzaamheid die ik al lang had verdrongen met overmatig werken, schermgebruik en andere afleiding.
Het voelde verdrietig om ineens met mijn eenzaamheid geconfronteerd te worden, maar het voelen ervan gaf me ook rust - ik had het eindelijk geaccepteerd.
Ik ben gezegend met veel mensen om me heen die me helpen als het nodig is. Net als veel andere dingen in mijn leven is dus ook mijn eenzaamheid een privilege - ik heb nooit écht honger, ik ben nooit écht arm, en ik ben ook nooit écht eenzaam.
Maar het blijft eenzaamheid - je wilt ergens in gezien of gehoord worden, maar er is even niemand die je dat kan geven.
En toen ging ik naar de wc. Op onze wc ligt een gedichtenbundel van soefimeester Hafiz.
En warempel, al nummer tweeënd sla ik een bladzijde open waarin dit gedicht staat:
MY EYES SO SOFT
Don't Surrender Your loneliness so quickly
Let it cut more Deep.
Let it ferment and season you As few human Or even divine ingredients can.
Something missing in my heart tonight Has made my eyes so soft My voice so Tender,
My need of God Absolutely Clear.
Het is niet de eenzaamheid. Het is het weglopen ervan.